De Noordzee is drukker dan ooit. Het gebied wordt intensief gebruikt voor onder meer de scheepvaart, visserij, windparken, natuurbeheer en recreatie. Om het gebruik van de Noordzee veilig en duurzaam te organiseren, zijn betrouwbare data nodig over de situatie op, boven en onder water. Rijkswaterstaat speelt daarin een sleutelrol met het programma Informatievoorziening op Zee (IV op Zee).

Bijzonder is dat duurzaamheid binnen IV op Zee niet als apart thema wordt gezien, maar onderdeel is van de informatievoorziening. Sinds twee jaar werkt bij het programma zelfs een eerste fulltime duurzaamheidsadviseur: Lisan Andersen. Samen met o.a. programmamanager Steven Abdoelkhan werkt zij aan een toekomst waarin techniek, beleid en natuur in balans zijn.

MIVSP: de duurzame basis van IV op Zee

De basis van IV op Zee is het Maritieme Informatievoorziening Servicepunt (MIVSP). MIVSP realiseert, exploiteert en beheert de fysieke en digitale infrastructuur in en rond windparken op de Noordzee. Die infrastructuur maakt het mogelijk om data te verzamelen, te analyseren en te delen met uiteenlopende partijen: van windparkontwikkelaars en ecologen tot de Kustwacht.

‘Informatie verzamelen op zee is onze core business,’ zegt Andersen. ‘Bijvoorbeeld over bewegingen van schepen, het weer en van vogels en vleermuizen die over de Noordzee vliegen.’

Dat dataverzameling op een duurzame manier gebeurt, is volgens haar essentieel. Want elke sensor, radar of meetpaal heeft een impact op het milieu.

Lisan Andersen

Slim samenwerken voor minder impact

Volgens Abdoelkhan zit de kracht van MIVSP in de samenwerking. ‘Er zijn allerlei partijen die data over de Noordzee willen inwinnen en gebruiken, zoals windparkontwikkelaars, ecologen en de Kustwacht. Het is goedkoper én duurzamer wanneer MIVSP dat voor iedereen regelt. Anders moeten de partijen zelfstandig sensoren inkopen, testen en plaatsen.’

Lisan vult aan: ‘Dat leidt tot een onnodige, extra vraag naar materieel en tot meer vaarbewegingen en dus uitstoot op de Noordzee.’ Door data-inwinning centraal te organiseren, vermindert Rijkswaterstaat dus niet alleen de kosten, maar ook de milieu-impact.

Onderzoek naar duurzaam beheer en onderhoud

Om de duurzaamheid van MIVSP verder te versterken, onderzoekt Lisan de impact van sensoren op het milieu. ‘Een voorbeeld is de nautische radar, waarmee kan worden bepaald waar er schepen in en rondom windparken varen. Ik breng de levenscyclus van de radar in kaart. Dat begint bij de winning van grondstoffen en eindigt met de afvalverwerking. Zo kun je de totale milieubelasting van het product bepalen en weet je precies welke impact de radar heeft op bijvoorbeeld CO2, water en biodiversiteit. Kennis die Rijkswaterstaat in staat stelt duurzame keuzes te maken.’

Steven Abdoelkhan

Vooruit kijken en durven te vernieuwen

De methode die Andersen gebruikt, is gebaseerd op de internationale standaard ISO 14040. Deze norm beschrijft hoe je de milieueffecten van een product of dienst beoordeelt via een levenscyclusanalyse.

Abdoelkhan benadrukt hoe vernieuwend deze aanpak is: ‘We hebben nog niet eerder onze beheeractiviteiten getoetst aan deze ISO-norm. We hopen hiermee tot nieuwe inzichten te komen om onze organisatie, beheercyclus en werkwijze te verbeteren. Als je het beheer op lange duur goed wilt inrichten, moet je vooruit kijken en durven te vernieuwen.’

Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties

Duurzaamheid gaat verder dan techniek alleen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat brengt jaarlijks in kaart hoe beleid en projecten bijdragen aan de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de Verenigde Naties.

‘Eén van die doelstellingen is het actief bestrijden van klimaatverandering en haar impact,’ vertelt Lisan. ‘IV op Zee maakt deel uit van de overgang naar windenergie op zee. Met het programma dragen we bij aan een klimaatbestendige infrastructuur, zoals de sensoren in en rondom windparken. We winnen ook klimaatdata in, zoals de temperatuur van het water en de lucht op lange termijn. In het verslag schetsen we een eerlijk beeld: IV op Zee heeft niet alleen positieve klimaateffecten, maar brengt ook CO₂-uitstoot met zich mee.’

Duurzamere IT bij de Centrale Informatievoorziening

Naast haar werk voor MIVSP en IV op Zee richt Andersen zich op de verduurzaming van IT binnen de Centrale Informatievoorziening (CIV) van Rijkswaterstaat. ‘Ik werk veel samen met de Vrije Universiteit van Amsterdam om te leren hoe we binnen de CIV onze IT kunnen verduurzamen, maar ook hoe IT juist een hulpmiddel kan zijn bij bredere duurzaamheidsopgaven. Denk bijvoorbeeld aan de datacenters die we gebruiken. Deze hebben veel stroom en water nodig: zijn er manieren waarop we die datacenters duurzamer kunnen maken?’

Hart voor de lange termijn

Zowel Andersen als Abdoelkhan kijkt verder dan de dag van morgen. Hun werk draait om structurele verandering – niet om snelle winst. ‘Ik geloof dat we op een goede manier met de Aarde om moeten gaan,’ zegt Abdoelkhan geïnspireerd. ‘Als mensheid doen we dat nu te weinig, maar op lange termijn is de balans met de natuur heel belangrijk. Duurzaamheid vraagt om ambities en beleid op lange termijn. Juist daarom zijn programma’s en projecten als IV op Zee en MIVSP hard nodig.’

Zijn collega deelt dat gevoel. ‘De energietransitie is net begonnen. IV op Zee en MIVSP zijn in 2019 gestart en blijven groeien. Er komen nog zoveel platforms op zee bij waar wij sensoren gaan plaatsen. Het is gewoon belangrijk dat we dat duurzaam doen. Er valt nog zoveel te winnen.’

Winnende combinatie

De toekomst van de Noordzee vraagt om slimme keuzes, samenwerking en een lange adem. Met IV op Zee en MIVSP laat Rijkswaterstaat zien dat techniek en duurzaamheid een winnende combinatie zijn. Door kennis te delen, milieu-impact te meten en continu te verbeteren, blijft de Noordzee leefbaar. Nu en in de toekomst.